Een ongeluk, ernstige ziekte of werkloosheid kan zorgen voor een flinke inkomensachteruitgang. Het is dan de vraag of je je woonlasten nog kunt betalen. Er bestaan verzekeringen die je hiertegen beschermen. Hoe zinvol zijn deze?
Een burn-out krijgen of je baan kwijtraken is al ellendig, maar het is dubbel vervelend als je je hypotheek, huur, energierekening en/of eventuele servicekosten niet meer kunt ophoesten.
Een woonlastenverzekering kan je hiertegen beschermen. Deze keert uit als je inkomen daalt omdat je arbeidsongeschikt of werkloos wordt. Je kunt dan je woonlasten blijven doorbetalen, zonder dat je schulden maakt of noodgedwongen moet verhuizen.
Tot enkele jaren geleden lagen deze verzekeringen onder vuur, vanwege de hoge kosten en vele uitsluitingen. Maar inmiddels hebben veel verzekeraars de voorwaarden behoorlijk versoepeld.
1. Wat heb ik eraan?
Of een woonlastenverzekering zin heeft, hangt af van je persoonlijke situatie. De ene huiseigenaar staat er financieel beter voor dan de ander. Misschien zijn je woonlasten zo laag of de inkomsten van je partner zo hoog dat je deze prima kunt opvangen met een ww- of wia-uitkering. Mogelijk ben je via je werkgever al aanvullend verzekerd tegen een inkomstenterugval bij arbeidsongeschiktheid. In zulke gevallen heeft een woonlastenverzekering weinig zin.
Iets lastiger in te schatten is het risico op arbeidsongeschiktheid. Heb je een risicovol beroep of komen er ernstige erfelijke ziekten voor in de familie, dan heeft een woonlastenverzekering meer nut dan wanneer het risico op arbeidsongeschiktheid statistisch laag is. Maar dit blijven statistieken: ze geven geen 100 procent garantie.
Of het zin heeft om ook een werkloosheidsdekking te nemen, is de vraag. De meeste verzekeraars stoppen met uitkeren als de ww-duur afloopt. Je bent dan juist in de periode dat de nood het hoogst is niet verzekerd. Ben je slechts enkele uren per week aan het werk, dan heeft een woonlastenverzekering eveneens weinig zin, omdat de meeste verzekeraars een minimum aantal werkuren hanteren.
2. Hoe zit dat voor zelfstandig ondernemers?
Woonlastenverzekeringen stonden voorheen voor iedereen open, maar inmiddels hebben veruit de meeste verzekeraars zelfstandigen uitgesloten. Dat is jammer, want een woonlastenverzekering zou een mooi alternatief zijn voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Omdat deze alleen de woonlasten betaalt en dus geen volwaardige uitkering is, zijn de premies lager.
Wil je je verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid, dan ben je aangewezen op een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Een goedkoper alternatief is een broodfonds.
3. Zijn er alternatieven?
Bij de afweging om wel of geen woonlastenverzekering af te sluiten, is het ook verstandig om te kijken naar alternatieven. Misschien heb je zelf voldoende spaargeld achter de hand om klappen op te kunnen vangen. Woon je samen, dan kan je partner wellicht meer gaan werken.
Heb je een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG), dan heb je al een vangnet als je de hypotheeklasten niet meer kunt betalen, vanwege echtscheiding, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of overlijden van je partner. De NHG-grens wordt wel stapsgewijs verlaagd, waardoor steeds minder mensen hiervoor in aanmerking komen.
Een ongevallenverzekering kan soelaas bieden als je door een ongeval blijvend invalide raakt. Dit is echter geen arbeidsongeschiktheidszekering. Kun je vanwege een ernstige ziekte niet werken, dan biedt deze verzekering geen dekking.
4. Waar moet ik op letten?
De premieverschillen kunnen fors oplopen. Daarnaast is natuurlijk van belang wat voor dat bedrag wordt verzekerd. Is dit alleen de huur of de hypotheek? Of betaalt de verzekeraar bijvoorbeeld ook je energierekening, opstalverzekering en eventuele maandelijkse kosten voor de Vereniging van Eigenaren?
De hoogte van de verzekerde bedragen lopen ook flink uiteen, van 125 tot maximaal 2.500 euro per maand. Check ook of je altijd het volledige verzekerde bedrag ontvangt of dat je wordt uitbetaald naar rato. In het laatste geval krijg je een percentage van het verzekerde bedrag, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.
Informeer verder of het verzekerde bedrag wordt geïndexeerd en of het mogelijk is om tussentijds het verzekerde bedrag te verhogen, als de woonlasten toenemen.
... criterium voor arbeidsongeschiktheid
Een heikel punt is het arbeidsongeschiktheidscriterium. De meest gunstige variant is beroepsarbeidsongeschiktheid. Dit betekent dat alleen wordt gekeken of je je huidige beroep nog kunt uitoefenen. Kun je dit niet, dan krijg je een uitkering, zelfs als je nog wel ander werk zou kunnen doen.
Iets minder luxe is het criterium passende arbeid. Hierbij wordt gekeken of je nog wel ander werk op jouw niveau zou kunnen doen.
Het meest ongunstig is het criterium gangbare arbeid. Hierbij wordt gekeken of je überhaupt nog kan werken. Ben je als advocaat overspannen, maar kun je nog wel hamburgers flippen, dan ontvang je geen uitkering. Deze variant kan alleen aantrekkelijk zijn voor laagopgeleiden met een eenvoudige baan.
Woonlastenverzekeringen die uitgaan van beroepsarbeid of passende arbeid zijn duurder, maar wel een stuk gunstiger.
Kijk ook bij welk percentage arbeidsongeschiktheid je een uitkering krijgt. Een polis die al vanaf 35 procent arbeidsongeschiktheid uitkeert heeft de voorkeur.
... uitsluitingen
Het aantal uitsluitingen is de afgelopen jaren behoorlijk geslonken. Maar er zijn nog steeds zaken om goed op te letten. Dat verzekeraars de hand op de knip houden als er opzet in het spel is, bijvoorbeeld als je na een flinke slok op een ongeluk krijgt, zal iedereen logisch vinden.
Maar de polisvoorwaarden bevatten soms ook uitsluitingen die wat minder voor de hand liggen. Zo wordt niet altijd uitgekeerd bij psychologische klachten, pijnlijke gewrichten, bekkeninstabiliteit of chronische vermoeidheid, omdat deze niet altijd meetbaar zijn.
Wil je je verzekeren tegen werkloosheid, dan krijg je vaak geen dekking als je bij het afsluiten van de verzekering al wist dat een reorganisatie op de loer lag. Ook vang je bij diverse verzekeraars achter het net als een tijdelijk contract niet wordt verlengd.
... maximale uitkeringsduur
De uitkeringsduur is vaak gekoppeld aan de duur van de ww- of wia-uitkering. Dat betekent dat je geen geld meer ontvangt als de verzekering stopt. Ben je al lange tijd in loondienst en heb je een lange ww-duur opgebouwd, dan hoeft dat niet zo bezwaarlijk te zijn. Maar werk je nog maar kort, dan is het een ander verhaal. Je uitkering stopt dan al na enkele maanden, terwijl je misschien nog wel langere tijd zonder werk zit en de woonlasten doorlopen.
Kijk daarom goed of de maximale duur van de verzekering lang genoeg is om de periode tot je pensioen of het einde van de looptijd van je hypotheek te overbruggen.
... eigen risico
Verzekeraars hanteren een eigen risico: een periode die je moet overbruggen voordat je aanspraak maakt op een uitkering. Deze loopt flink uiteen, van dertig dagen tot twee jaar.
5. Heeft een woonlastenverzekering voor mij zin?
Voor sommige groepen, bijvoorbeeld voor ondernemers of mensen met een kleine part time baan, is een woonlastenverzekering (vrijwel) uitgesloten. In andere gevallen is het verstandig om eerst alle opties op een rij te zetten als je je wil indekken tegen inkomensverlies.
Blijkt een woonlastenverzekering de beste oplossing, vergelijk dan verschillende polissen, want de verschillen zijn groot. Hik je aan tegen een hoge premie, dan kun je overwegen om het verzekerde bedrag te verlagen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl